Wat is het verschil tussen hiv en aids?
Hiv is het virus dat het immuunsysteem van een persoon aanvalt. Als iemand hiv heeft, betekent dit dat hij of zij is geïnfecteerd met het virus. Hiv kan worden overgedragen via bloed, seksueel contact, moeder op kind tijdens de zwangerschap of de bevalling, en door het gebruiken van besmette naalden. Aids daarentegen is het eindstadium van een hiv-infectie. Niet iedereen die hiv heeft, ontwikkelt aids. Aids treedt op wanneer het immuunsysteem van een persoon zo ernstig is beschadigd door het hiv-virus dat het niet langer in staat is om effectief te functioneren. Bij de diagnose van aids heeft de persoon een aanzienlijk verlaagd aantal CD4-cellen (een type immuuncellen) en kan het lichaam vatbaarder zijn voor opportunistische infecties en bepaalde vormen van kanker.
Hoe krijg je hiv?
Hiv wordt overgedragen wanneer iemand met een meetbare virale lading het virus via bepaalde lichaamsvloeistoffen verspreidt. Deze vloeistoffen omvatten bloed, sperma (inclusief voorvocht), vaginaal vocht, anaal slijm en moedermelk. Het virus kan het lichaam binnendringen via slijmvliezen, kleine wondjes in de huid of rechtstreeks in de bloedbaan. De kans op overdracht is het grootst bij onbeschermde seks, het delen van naalden of andere situaties waarbij besmette lichaamsvloeistoffen in contact komen met je lichaam. Begrijpen hoe hiv wordt overgedragen is essentieel om jezelf en anderen te beschermen.
Hoe kan hiv worden vervolgens overgedragen?
Hiv kan op verschillende manieren worden overgedragen. Een van de meest voorkomende routes is via vaginale en anale seks zonder condoom, waarbij het virus wordt overgedragen via bloed, sperma, of vaginale vloeistoffen. Het delen van injectiemateriaal, zoals naalden, vormt een groot risico, omdat hierbij besmet bloed direct in de bloedbaan terechtkomt. Ook seksspeeltjes die niet goed gereinigd worden kunnen hiv overdragen. Daarnaast kan het virus tijdens de zwangerschap, bevalling of borstvoeding van moeder op kind worden overgedragen. Tot slot is contact met besmet bloed, bijvoorbeeld via wondjes of medische ingrepen, een risicofactor.
Hoe kan je hiv niet overdragen?
Hiv wordt niet overgedragen door te zoenen, knuffelen of handen te schudden. Zelfs als je veel tijd doorbrengt in dezelfde ruimte met iemand die hiv heeft, loop je geen risico op besmetting. Ook het delen van een toilet of huishoudelijke artikelen, zoals kopjes, borden, bestek of lakens, is volledig veilig. Hiv wordt uitsluitend via specifieke lichaamsvloeistoffen overgedragen, dus algemene sociale interacties of dagelijks contact vormen geen enkel gevaar. Begrip hierover helpt misverstanden en stigma rond hiv te verminderen.
Helpt een condoom tegen hiv?
Ja. Als je een condoom op de juiste manier gebruikt, voorkom je contact met sperma of vaginale afscheidingen (en bloed), waardoor hiv niet kan worden doorgegeven. Het virus kan niet door de latex van het condoom heen. Condooms mogen alleen worden gebruikt met glijmiddel op waterbasis, omdat glijmiddel op oliebasis ze kwetsbaarder maakt.
Symptomen van hiv en aids
Symptomen bij mannen en vrouwen
Symptomen per stadia
Kun je hiv hebben zonder symptomen?
Ja, het is mogelijk om hiv te hebben zonder merkbare symptomen. In de vroege stadia van een hiv-infectie ervaren veel mensen geen specifieke symptomen of kunnen ze milde symptomen hebben die vaak worden verward met andere aandoeningen, zoals griep. Sommige mensen kunnen ook de symptoomvrije (latente) fase van hiv doorgaan zonder duidelijke tekenen. Het is belangrijk om te weten dat zelfs als iemand geen symptomen ervaart, hij of zij het hiv-virus nog steeds kan overdragen aan anderen. Het ontbreken van symptomen betekent niet dat de infectie is verdwenen. Je regelmatig laten testen op hiv is essentieel om vroegtijdige detectie mogelijk te maken, te starten met een behandeling indien nodig en de verspreiding van het virus te voorkomen. Over het algemeen geldt: ben je seksueel actief? Heb je seks met wisselende partners of vertoon je ander risicovol gedrag? Laat je dan regelmatig testen op hiv.
Preventie en behandeling
Preventieve maatregelen, zoals veilig vrijen en het gebruik van schone naalden, verminderen het risico op hiv. Kennis van de symptomen van hiv en aids is cruciaal voor vroegtijdige interventie en het beheersen van de verspreiding van de infectie. Laat je regelmatig testen op HIV, neem preventieve maatregelen en zoek tijdig medische hulp om de impact van deze aandoeningen te verminderen.